De stabiliteit van een fiets hangt af van zijn snelheid en zijn gewicht. Stabiliteit heeft zowel voor- als nadelen. De uitleg wordt opgesplitst in de volgende vier punten:

  1. Snelheid en stabiliteit
  2. Gewicht en stabiliteit
  3. Voordelen van stabiliteit
  4. Nadelen van stabiliteit

 

1. Snelheid en stabiliteit

Hoe sneller men fietst, hoe makkelijker de fiets uit zichzelf overeind blijft. Met een gemiddelde snelheid over een recht stuk weg fietsen is heel goed mogelijk met minimale stuurimpulsen, en vaak zelfs zonder handen. Met lage snelheid zal een fiets alleen overeind blijven dankzij een correcte combinatie van stuurimpulsen en gewichtsverplaatsing.

Een stilstaande fiets is volledig instabiel, en als er een fietser op zit, dan kan de fiets alleen overeind blijven dankzij de balanceervaardigheden van de fietser. Balanceren is een verfijnde combinatie van stuurimpulsen en gewichtsverplaatsing. Tijdens het balanceren houdt de fietser het gezamenlijke zwaartepunt van fietser en fiets boven het kantelpunt. (Het kantelpunt bevindt zich loodrecht boven de lijn die de verbinding vormt tussen de twee contactpunten van je banden met het wegdek.) Ligt het zwaartepunt links van het kantelpunt, dan val je naar links, en ligt het er rechts van, dan val je naar rechts.

Fietsen zonder handen
Op een stilstaande fiets moet je balanceren
 

 

 

 

 

 

 

 

2. Gewicht en stabiliteit

Een zware en een lichte fiets vallen beiden om als zij stilstaan. Echter, het verschil tussen een zware en een lichte fiets is dat stuurimpulsen en gewichtsverplaatsingen van de berijder (de input) minder effect hebben op een zware dan op een lichte fiets. Dit werkt in twee richtingen:

  1. Voor een fiets in een stabiele positie (bijv., rechtop bij hoge snelheid), is de verstorende input van de berijder minder schadelijk naarmate de fiets zwaarder is.
  2. Voor een fiets in een instabiele positie (bijv., gekanteld bij lage snelheid) is de corrigerende input van de berijder minder effectief naarmate de fiets zwaarder is.

 

3. Voordelen van stabiliteit

De toename van de stabiliteit met de snelheid is een fijne eigenschap waar we handig gebruik van kunnen maken. Zo is vanuit-stilstand-wegrijden voor sommige fietsers een moeilijke handeling. In plaats van al balancerend de fiets bij lage snelheid in evenwicht te houden, kunnen die fietsers beter oefenen op het zo snel mogelijk op snelheid komen.

Ook stoppen is voor sommige fietsers een moeilijke handeling, en opnieuw is het nuttig om te weten dat de stabiliteit afhangt van de snelheid. Omwille van deze eigenschap is het altijd een slechte keuze om te stoppen in een bocht. In een bocht is de fiets altijd gekanteld naar de binnenzijde van de bocht, en deze positie wordt instabiel als men afremt. Veilig stoppen begint dus met het kiezen van een rechte lijn naar je stopplaats, zodat men niet in een bocht hoeft af te remmen.

 

4. Nadelen van stabiliteit

De keerzijde van de hogere stabiliteit door een hogere snelheid is dat de fiets daardoor ook minder wendbaar wordt. Concreet, hoe hoger de snelheid en hoe zwaarder de fiets, hoe sterker de stuurimpuls die nodig is om de fiets van richting te laten veranderen. Overstappers naar een e-bike hebben hier vaak last van; een e-bike is immers sneller en zwaarder dan een gewone fiets.