De laatste fase in de behandeling van een spinnenfobie
Angst overwin je door te doen en niet door er over te praten. Dit betekent niet dat het verstandig is om zomaar je angst te negeren of er tegenin te gaan. Het wil wel zeggen dat angst alleen verdwijnt door te ervaren dat je angst onterecht is, hetgeen blijkt uit het feit dat datgene waar je bang voor bent toch niet gebeurt. Deze vaststelling is een belangrijke verdienste van de gedragstherapie, een therapievorm die bijzonder effectief is bij de behandeling van fobieën. Een fobie is een overmatige angst voor een bepaald voorwerp (een spin, hond, bloed, injectienaald, …) of situatie (gesloten ruimtes, open ruimtes, autorijden, …). In zijn extreme vorm is fietsangst ook een fobie. Een veelgebruikte gedragstherapeutische behandeling van een fobie is blootstelling (exposure). Blootstelling is altijd geleidelijk: de therapeut stippelt een pad uit waarin elke stap maar een klein beetje meer angst oproept dan de vorige stap. Bijvoorbeeld, voor iemand met fietsangst zouden die stappen van elkaar kunnen verschillen wat betreft de plaats (een grote parking, een vrij liggend fietspad, een rijbaan, in het midden van stad) en het aantal en type medeweggebruikers (bijv., gemotoriseerd of niet).

Door geleidelijke blootstelling aan steeds grotere hoogten voorkom je verstijving
Geleidelijke blootstelling is effectief omdat de amygdala leert uit ervaring: de amygdala leert niet alleen dat bepaalde situaties geassocieerd zijn met een pijnlijke ervaring, maar ook dat dit op een bepaald moment níet meer het geval is. Dit leerproces binnen de amygdala houdt in dat bestaande neuronale verbindingen verzwakken als gevolg van de associatie tussen de angst-oproepende stimulus en een neutrale of positieve ervaring. Als gevolg hiervan stuurt de amygdala een veel zwakker signaal naar het periaquaductale grijs, en de veel voorkomende verstijving treedt dan niet meer op, of veel minder. Dit hele proces heet extinctie, en het is de ideale manier om de vicieuze cirkel tussen angst en verstijving (angst → verstijving → minder nauwkeurige bewegingen → angst) te doorbreken.

De prefrontal cortex controleert de amygdala en het periaquaductale grijs
De meeste overwinningen op onze angsten beginnen bij het besef dat die angsten onredelijk zijn. Daarna kunnen wij, anders dan lagere diersoorten, gebruik maken van een goed ontwikkelde prefrontale cortex die ons in staat stelt om te plannen. Net zoals motorische voorbereiding, is ook plannen een vorm van uitgestelde beweging. Het plan waarmee we onze angsten overwinnen bestaat uit een reeks van stappen waarmee je je geleidelijk aan meer en meer bloot stelt aan de angst-oproepende stimuli. Behalve plannen, kan de prefrontale cortex ook die hersengebieden onder controle houden die roet in het eten kunnen gooien: (1) de amygdala, die geprogrammeerd is om gevaarvolle zaken/situaties te detecteren, en (2) het periaquaductale grijs, die het signaal van de amygdala omzet in een globale verstijving. De prefrontale cortex heeft immers rechtstreekse neuronale verbindingen met de amygdala en het periaquaductale grijs. Dankzij deze verbindingen kan de prefrontale cortex verhinderen dat de amygdala overhaaste conclusies trekt en dat het periaquaductale grijs te snel reageert.