Op de openbare weg willen wij het contact met de andere weggebruikers vermijden. Hierbij maken we gebruik van twee cognitieve vaardigheden: motorische voorbereiding en selectieve aandacht. Deze vaardigheden lijken erg op elkaar: motorische voorbereiding heeft betrekking op toekomstige bewegingen (hier, het veranderen van richting) en selectieve aandacht heeft betrekking op het waarnemen van toekomstige voorwerpen. In de praktijk zijn motorische voorbereiding en selectieve aandacht moeilijk van elkaar te scheiden, en dat komt omdat waarnemen en bewegen zo nauw met elkaar verweven zijn: de waarneming van een voorwerp heeft bijna altijd een beweging tot gevolg. De oefeningen op deze pagina hebben daarom ook betrekking op beide aspecten, motorische voorbereiding én selectieve aandacht.

 

1. Fietskooi wedstrijden

Schematische voorstelling van een fietskooi

De oefeningen op gevaar zien zijn in feite wedstrijden tussen teams van twee of meer fietsers, en ze worden gezamenlijk aangeduid met de naam die we ook zullen gebruiken voor de ruimte waarin ze plaatsvinden: de fietskooi. We beschrijven deze fietskooi wedstrijden voor teams van twee fietsers, maar de uitbreiding naar meer fietsers is rechttoe rechtaan. “Fietskooi” verwijst naar een ruimte waar alleen de twee fietsers verblijven, en die ze ook niet mogen verlaten. In de praktijk wordt deze ruimte aangeduid met een krijtlijnen figuur (vierkant, rechthoek, cirkel, …) op het asfalt van een grote parkeerplaats, eventueel gecombineerd met pylonen op de hoeken van de figuur. De fietsers in de fietskooi moeten een bepaalde minimale afstand ten opzichte van elkaar behouden, en deze duiden we aan als de “veiligheidszone”. Of twee fietsers binnen elkaars veiligheidszone rijden wordt gedetecteerd met voelsprieten. In het ideale scenario zijn deze voelsprieten electrisch, en gaat er een lampje branden als de voelsprieten van twee fietsen met elkaar in contact komen.

Schematische voorstelling van een fietskooi met enkel-pyloons poortjes
Schematische voorstelling van een fietskooi met dubbel-pyloons poortjes

 

 

 

 

 

 

 

 

Binnen de krijtlijnen figuur zijn poortjes geplaatst waar de fietsers in een bepaalde richting doorheen moeten rijden. De voorgeschreven richting wordt aangegeven door de kleur van de pylonen: de blauwe pyloon moet men rechts voorbij rijden en de rode pyloon links. Er zijn twee soorten poortjes: enkel-pyloons en dubbel-pyloons. De enkel-pyloons poortjes bevinden zich aan de rand van de fietskooi, en de dubbel-pyloons poortjes bevinden zich in het binnenste gedeelte.

Het doel van een fietskooi wedstrijd is om als team binnen een bepaalde tijd door zoveel mogelijk poortjes te rijden (een zo hoog mogelijke poortjesscore halen) en zo weinig mogelijk strafpunten te krijgen. De strafpunten worden afgetrokken van de poortjesscore en het team met het hoogste resultaat (poortjesscore min strafpunten) wint de wedstrijd. Het aantal poortjes en de strafpunten worden geteld door juryleden die aan de rand van de fietskooi staan. (Juryleden zijn andere fietsers die ook aan de fietskooi wedstrijd deelnemen.)

Dit zijn de regels van de wedstrijd:

  1. Men moet binnen de fietskooi blijven. Als men buiten de krijtlijnen komt, dan krijgt men strafpunten.
  2. Men mag de poortjes alleen in de voorgeschreven richting nemen. Als men een poortje in de foute richting neemt, dan krijgt men strafpunten.
  3. Men mag niet binnen de veiligheidszone van een andere fietser komen. Overtreding van deze regel wordt gedetecteerd met voelsprieten en omgezet in strafpunten.

De moeilijkheidsgraad van een fietskooi wedstrijd kan gevarieerd worden door grootte, vorm en inrichting van de fietskooi te variëren:

  1. De grootte van de fietskooi. Hoe kleiner de kooi, hoe moeilijker.
  2. De vorm van de fietskooi. Een ronde fietskooi (bijv., een cirkel) is moeilijker dan een fietskooi met rechte muren.
  3. Het aantal en de plaatsing van de poortjes. Hoe meer poortjes en hoe korter ze op elkaar staan, hoe moeilijker.
  4. De breedte van de poortjes. Hoe smaller hoe moeilijker.

De moeilijkheidsgraad van een fietskooi wedstrijd kan eveneens gevarieerd worden door middel van instructies. Zo kan men bijvoorbeeld de instructie geven dat het niet toegestaan is om te remmen. Het opvolgen van deze instructie vereist dat een fietsers langer op voorhand de bewegingen van zijn teamlid voorspelt en zijn eigen bewegingen voorbereidt. Het remgebruik kan gedetecteerd worden door een remlicht.

 

2. Fietsen op de openbare weg

De fietskooi wedstrijden benaderen het fietsen op de openbare weg: de fietser heeft een doel (door zoveel mogelijk poortjes rijden) dat hij wil realiseren in een omgeving waarin de andere weggebruikers een potentieel gevaar vormen (aangetikt worden). Met een beetje voorstellingsvermogen kunnen wij het fietsen op de openbare weg ook als een fietskooi wedstrijd zien. Op deze manier verplaatsen wij het oefenen van onze fietsvaardigheid van een parkeerplaats naar de openbare weg.