Alle oefeningen zijn gebaseerd op inzichten uit de cognitieve neurowetenschappen. Daarom groeperen we deze oefeningen aan de hand van dezelfde vier vragen die we ook gebruikt hebben om deze inzichten te beschrijven:

  1. Overeind blijven
  2. Sturen
  3. Gevaar zien
  4. Omgaan met angst
Fietsoefeningen op een parkeerplaats
De oefeningen zijn bedoeld voor personen die in een bepaalde fase van hun leven probleemloos gefietst hebben. Ze zijn dus niet bedoeld voor personen met weinig of geen fietservaring. Dit wil niet zeggen dat ze daar ongeschikt voor zijn, maar wel dat ze niet ontworpen zijn voor deze doelgroep.

Alle oefeningen worden gedaan op een afgesloten terrein buiten de openbare weg (een grote parkeerplaats, een evenemententerrein). Dit betekent niet dat je je fietsvaardigheid niet kunt verbeteren op de openbare weg (zie hier). Het is wel zo dat gericht oefenen van een bepaalde vaardigheid, vooral in combinatie met instructie, alleen mogelijk is op een afgesloten terrein. Bij de meeste oefeningen worden hulpmiddelen gebruikt (handwatten, voelsprieten, remlicht, …).

De oefeningen bestaan uit drie sets die in deze volgorde gedaan moeten worden: (1) overeind blijven → (2) sturen → (3) gevaar zien. De oefeningen voor het sturen vereisen dat men goed overeind kan blijven, en de oefeningen voor het zien van gevaar vereisen dat men goed kan sturen. Leren omgaan met angst is geen aparte set oefeningen, maar een set richtlijnen over hoe om te gaan met angst. Deze richtlijnen moeten gecombineerd worden met de feitelijke oefeningen.

Voor elke oefening is er ruimte voor aanpassingen en uitbreidingen ingegeven door het inzicht en de creativiteit van de fietsdocent. Bij het voorstellen van aanpassingen en uitbreidingen is wel zorgvuldigheid vereist:

  1. Aanpassingen en uitbreidingen moet een welomschreven doel dienen. De oefeningen die op deze website beschreven worden kunnen allemaal gemotiveerd worden vanuit inzichten uit de cognitieve neurowetenschappen.
  2. De aanpassingen en uitbreidingen moeten in een protocol beschreven kunnen worden, zodat het mogelijk is om ze te delen met collega’s.