Als er geen andere weggebruikers zouden zijn, dan zouden dit de enige twee cognitieve vaardigheden zijn die een fietser nodig heeft: (1) overeind blijven, en (2) sturen. Echter, wij fietsen bijna altijd op de openbare weg, en die delen we met andere weggebruikers: voetgangers, fietsers, motorrijders, en een hele reeks gemotoriseerde vierwielers. Die andere weggebruikers vormen vaak een risico voor de veiligheid van de fietser, en dat stelt eisen aan zijn cognitieve vaardigheden. Concreet, een fietser moet potentieel gevaarlijke situaties op kunnen merken.

Potentieel gevaarlijke situaties worden niet altijd opgemerkt, en daar zijn twee redenen voor:

  1. De fietser heeft zijn aandacht bij de bewegingstaak (overeind blijven en sturen).
  2. Er zijn zeer veel voorwerpen in de omgeving die de aandacht van de fietser trekken.

Beide factoren resulteren in een onvoldoende aandacht voor de potentieel gevaarlijke situatie. Onze aandachtscapaciteit is immers beperkt, en er is competitie voor die beperkte aandacht. Als gevolg van die competitie, ontsnapt er wel eens wat aan onze aandacht. Hiervan wordt een mooie illustratie gegeven in de onderstaande video van een aandachtstest. Deze test is vrij moeilijk, en ik raad aan om de video onmiddellijk na het opstarten op een volledig scherm (fullscreen) af te spelen (klik op het icoontje rechts beneden in de video). Blijf goed naar het scherm kijken, want de feitelijke test begint onmiddellijk na een korte instructie.

 

 

Als je de bovenstaande video al eens gezien hebt, dan kun je beter de onderstaande bekijken.

 

 

De bovenstaande video’s zijn een illustratie van competitie tussen twee waarnemingstaken: (1) tellen van het aantal passes en (2) opmerken van een personage. Bij het fietsen is er ook competitie, niet tussen twee waarnemingstaken, maar tussen een bewegingstaak (overeind blijven en bepalen van de richting waarin je stuurt) en een waarnemingstaak (potentieel gevaarlijke situaties opmerken). Aandacht vrijmaken voor de waarnemingstaak is mogelijk door de competitie te verminderen, en dit kan op twee manieren:

  1. Door de vereiste aandacht voor de bewegingstaak te verminderen.
  2. Door onze aandacht alleen te richten op de stimuli die relevant zijn voor het fietsen.

Beide manieren zullen we in meer detail beschrijven.