Tegensturen is het draaien van het stuur tegen de draairichting van de bocht in; voor een bocht naar links wordt het stuur naar rechts gedraaid, en voor een bocht naar rechts wordt het naar links gedraaid. Dus, de fietser drukt op het handvat dat aan de binnenkant van de bocht zit en/of trekt aan het handvat dat aan de buitenkant zit. Tegensturen dient om de fiets naar binnen te laten kantelen in de bocht. Hierbij is het niet nodig dat ook het voorwiel zichtbaar gedraaid wordt; waar het om gaat is dat er op het stuur druk gezet wordt in de tegenovergestelde richting als de richting waar men naartoe gaat.
Het belang van tegensturen om de fiets te laten kantelen neemt toe met de snelheid en het gewicht van de fiets. Bij lage snelheden en lichte fietsen is gewichtsverplaatsing alleen vaak voldoende. Bij hoge snelheden en naarmate de fiets zwaarder is, is de fiets ook stabieler, en is tegensturen noodzakelijk om hem te laten kantelen.
Hoe tegensturen werkt wordt geïllustreerd in de onderstaande video. Op het einde van de video wordt het verband gelegd met de intrinsieke stabiliteit van de fiets, en daaruit volgt dat je ook tijdens de bocht een beetje moet blijven tegensturen.
In de onderstaande video wordt hetzelfde nogmaals uitgelegd, maar nu wordt er gebruik gemaakt van natuurkundige begrippen. De demonstratie wordt gegeven met een motorfiets, maar dat maakt voor het principe niet uit; een motorfiets gedraagt zich als een zware en snelle e-bike.
Tegensturen is vooral van belang voor fietsers die overstappen van een gewone fiets naar een snelle en zware e-bike. Tegensturen wordt immers belangrijker naarmate de fiets sneller en zwaarder is. Beginnende e-bikeres zullen daarom moeten oefenen op tegensturen.